maandag 28 oktober 2013

Weer of geen weer

Door: Lida

Afgelopen weekend ging de wintertijd in. Dat woord is voor mij het signaal om de kast in te duiken op zoek naar dikke jassen, sjaals en handschoenen. Want de donkere dagen kruipen onverbiddelijk dichter bij. We hoeven vandaag maar naar buiten te kijken om ons te realiseren dat het weer blijkbaar kan klok kijken.

Code rood
Het is altijd weer spannend wat de winter ons gaat brengen. Wel of geen witte Kerst, eindelijk een Elfstedentocht, gladde wegen, een tekort aan strooizout, een aangepaste dienstregeling bij de NS of wellicht een code rood-weeralarm? Hoe dan ook, het weer zal ook deze winter weer het gesprek van de dag zijn. Net zoals dat ook in het voorjaar, de zomer en de herfst het geval is.

Wat een weer
Elke dag zeggen we in Nederland talloze keren tegen elkaar: ‘Wat een weer he?’.  Zijn we op vakantie, dan kijken we toch even wat het weer in Nederland ‘doet’. Komen we terug van een verblijf in het buitenland, dan vragen de thuisblijvers standaard ‘Hoe was het weer?’. Ierland en Schotland, toch echt de mooiste landen van Europa, mijden we ‘vanwege het slechte weer’. In plaats daarvan vertrekken we massaal naar het zuiden van Europa, ‘want dan ben je verzekerd van mooi weer’.

Aanpassen
Vandaag bedacht ik me dat die focus op de weersomstandigheden wellicht komt door de wisseling van de seizoenen. Dat maakt dat we ons elke keer moeten aanpassen. Al wandelend met mijn hond genoot ik afgelopen dagen van de mooie herfstkleuren. Toch is de kans groot dat ik over een aantal maanden door de sneeuw loop te stampen terwijl ik nog maar een paar weken terug  tijdens mijn wandeling liep te puffen van de hitte. Woon je heel dicht bij de evenaar of juist ver daar vandaan, dan weet je één ding zeker: het is de hele dag verzengend heet of steenkoud. Dus daar hoef je het verder niet over te hebben.

Onrustig
Het weer is nu eenmaal verweven met ons dagelijkse gang van zaken. Aan het weer meten we zelfs af hoe we ons voelen. Van de zon worden we vrolijk, van de sneeuw worden we weer kind, van storm worden we onrustig en van regen depressief. Door de seizoenen duren alle weersgesteldheden en de bijbehorende gemoedstoestand, nooit lang. Dus als ik komende winter mijn hond uitlaat terwijl een snijdende oostenwind me de adem af snijdt, dan weet ik een ding zeker: op een dag gaat de zon weer schijnen.

vrijdag 25 oktober 2013

Taalvoutje ;-)

Door: Conny

Een paar dagen geleden liep ik in het centrum van een grote stad. Dan hoef je alleen je ogen maar de kost te geven en dan heb je zo een top-tien van momenten van verbazing. Observeren is voldoende, je hoeft niet eens veel moeite te doen om ‘gekke’ dingen te zien. Ja, wat is ‘gek’ natuurlijk, alles is relatief. Wat voor de een de normaalste zaak van de wereld is, is voor de ander een bron van vermaak of (en dat is dan voor de persoon in kwestie wellicht minder leuk) ergernis.

Nu pretendeer ik niet een taalwonder te zijn. Alhoewel, taal is zeg maar echt mijn ‘ding’… Maar soms vraag ik mij af: hoe kan het. Ik liep dus in het centrum. Dat op zich was trouwens al een wonder, want het is tegenwoordig heel normaal dat er op zoveel mogelijk knelpunten in die grote stad tegelijk aan zoveel mogelijk straten of wegen wordt gewerkt. Wegversmallingen, extra verkeerslichten die altijd op rood staan (hoezo ergernis…), omleidingen, opengebroken straten, noem maar op. Maar ik laveerde netjes door alles heen en presteerde het nog om op tijd en zonder stress op mijn afspraak te komen ook.


Ik liep dus in het centrum: stoep opengebroken. Maar er waren voorzorgsmaatregelen getroffen zodat de voetgangers niet zomaar de stadse diepte in konden duiken, met allerlei lichamelijke (en wellicht op termijn ook geestelijke) ongemakken tot gevolg. Het opengebroken stuk was netjes afgezet met tientallen meters rood-wit gestreept lint. Op dat lint was keurig iedere meter aangegeven waarom de stoep was opengebroken: electriciteitskabel.


Tja, dan verbaas ik mij toch. Iemand heeft weer een ander iemand de opdracht gegeven dit (waarschijnlijk) meterslange lint te bestellen en te bedrukken. Maar is er dan niemand die ziet dat het niet electriciteitskabel is maar elektriciteitskabel? Daar verbaas ik mij nu over.



vrijdag 18 oktober 2013

De koning van het boekenbal

Door: Lida

Als kind was ik al verzot op lezen. In bed, op het toilet of aan tafel, kortom ik zat overal met een boek. ‘Kind, leg dat boek toch eens weg,’ verzuchtte mijn moeder regelmatig. Een zin die ik zelf richting mijn kinderen helaas nog nooit uitsprak, maar goed. Vanaf dat ik kon lezen, las ik. Van Rozemarijntje en Pietje Bell ging mijn aandacht naar de puberverhalen van Miep Diekman. Vervolgens door naar de romantiek van Konsalik en van lieverlee naar de Amerikaanse, Engelse en Scandinavische detectives en spionageromans. Maar er is één schrijver die er wat mij betreft met kop en schouders boven uit steekt en dat is Stephen King.

Films
King weet zijn zinnen zo te formuleren, dat ik meteen in de emotie, het landschap of een tijdsperiode beland. Via zijn boeken bezocht ik plekken, ontmoette ik mensen en beleefde ik situaties. Dat zijn boeken niet alleen tot mijn verbeelding spreken, blijkt wel uit het aantal boeken dat verfilmd is. Niet altijd even succesvol, maar het leverde zeker een aantal pareltjes op. Meesterlijke, aangrijpende en ontroerende films zoals The Shawshank Redemption, The Green Mile en natuurlijk The Shining. Grappig detail, in bijna elke verfilming speelt King een piepklein rolletje, hetzij als buschauffeur, passagier of als toevallige voorbijganger.

Dubbele persoonlijkheid
Een aantal boeken baseert King op ervaringen uit zijn eigen leven, waarbij hij vooral de vraag ‘wat als’ verder uitwerkt. Zo krijgt in het boek Misery een succesvol schrijver een auto-ongeluk en wordt hij langs de kant van de weg gevonden door zijn grootste fan. Die neemt hem in huis en zorgt op haar manier voor hem. Wellicht onnodig om te zeggen dat het niet goed met de schrijver af liep. King schreef het verhaal nadat hij zelf bij een auto-ongeluk betrokken was geweest. De boeken die hij uitbracht onder zijn pseudoniem Richard Bachman werden, zonder dat mensen wisten dat King hierachter zat, eveneens succesvol. Die dubbele persoonlijkheid was de grondslag voor zijn boek De Duistere Kant…Want ja, een beetje gestoord is King natuurlijk wel. Ik durf dat rustig te zeggen, hij zal dat zelf namelijk volledig beamen.

Deel van mijn leven
Waarom dit verhaal over Stephen King? Omdat het me deze week opviel dat elke avond een verfilming van één van zijn boeken te zien was. En ik realiseerde me dat hij al jarenlang via zijn boeken en de bijbehorende films, deel uitmaakt van mijn leven.
King wordt door sommige lezers verguisd en door velen mateloos bewonderd. Het zal u niet verwonderen dat ik tot die laatste groep behoor. Wat mij betreft is King koning!

vrijdag 11 oktober 2013

Opzij, opzij, opzij

Door: Lida
vrijdag 11 oktober 2013

Elke doordeweekse ochtend dirigeer ik mijn kinderen, mijn huisdieren en mezelf door de eerste uren van de dag heen. Zou iemand de moeite zou nemen om al mijn handelingen versneld in een film te zetten, zou dat wellicht een leuke slapstick opleveren.

Koffie
Kwart over 6, wekker gaat af. Nog donker. Ik stap slaapdronken uit bed, vind op de tast het lichtknopje, stommel naar de badkamer en ga vervolgens naar beneden. Hond stommelt achter mij aan. Beneden doe ik de verwarming aan en laat ik de kat naar binnen; twee minuten later wil dezelfde kat weer naar buiten, vraag me niet waarom. Ik vul het Senseoapparaat met water, het waterreservoir is namelijk altijd leeg. Daarna brood voor mezelf smeren, lunchpakketjes klaarmaken, kinderen roepen zodat ze zich kunnen douchen en aankleden. Hond eten geven. Het is bijna kwart voor 7 dus ik heb vier minuten tijd om mijn te krant te lezen en een kop koffie te drinken. Tussendoor spreek ik de kinderen nog drie keer bemoedigend toe en meld ik hen dat het de hoogste tijd is. Laatste slok koffie wegwerken en beneden aan de trap krijsen dat de kinderen nu toch ECHT hun bed uit moeten komen. Kat weer naar binnen laten en eten geven. Hond en kat uit elkaar houden. Eigen bord naar de keuken, ontbijt voor de kinderen klaar zetten.

Pubers
Zeven uur. Zelf naar boven voor een snelle douche. Daar genegeerd worden door twee chagrijnige pubers die zich met trage bewegingen aan het aankleden zijn. Zij hebben vooral geen haast. Tijdens douchen vragen beantwoorden in de trant van: Heb jij mijn passer, etui, sportkleren of Duitse boek gezien? Afdrogen, make-up op doen en aankleden voor ochtendwandeling met de hond.

Zwaaien
Half 8. Kinderen toespreken dat ze ontbijtspullen moeten opruimen. Daarna puber één de deur uitwerken, maar wel eerst tas checken. Ja, ik weet het, dat moet hij zelf doen, maar drie keer raden wie het mag oplossen als zijn ov-kaart ontbreekt of de sleutel van zijn fiets net in zijn andere jaszak zitten. Vriendelijk zwaaien door het raam. Laatste bordjes afwassen. Puber twee de deur uit werken. Extra check is hier niet nodig, vriendelijk uitzwaaien wel. Hond uitlaten. Onder weg praatje maken met andere hondenbezitters. Snel naar huis. Andere kleren en schoenen aan doen. Sleutels zoeken, zijn altijd kwijt terwijl ik ze echt op een vaste plek leg. Aanwezigheid van mobiel en leesbril checken. Hond aaien, kat aaien.

Haast
Blik op de klok werpen, bijna half negen. Wel een beetje opschieten, dan ben ik nog op tijd voor mijn werk. Zo, de dag kan eindelijk gaan beginnen. Ergens in mijn achterhoofd zingt de sonore stem van Herman van Veen:  …Wij hebben ongelofelijke haast…..

vrijdag 4 oktober 2013

Wij lopen. En onze tranen ook…

Door: Cyrille van Bragt (gastcolumniste)

Eind september van dit jaar trekt collega Remco Stunnenberg samen met zijn vriendin Cyrille van Bragt Blikkiesdorp in. Blikkiesdorp is een township aan de voet van de luchthaven van Kaapstad, Westkaap Zuid Afrika. Zij helpen die dag vier vrouwen met het zogenaamde Tin Can Town project. Dit project biedt de huisdieren in het township eten, directe medische hulp en medicatie. Cyrille schreef een aangrijpend verhaal over dit bezoek.

Zelfs het meest afgelegen hutje op de hei biedt tegenwoordig een wifi of hotspot aan. Met persoonlijke login. Zo kunnen we overal ter wereld social media gebruiken: inloggen op Facebook & Twitter. Op die manier ontstaan legio mogelijkheden. Zo zou ons bezoek aan Zuid Afrika niet compleet zijn geweest zonder een ontmoeting met Rosie, Dinielle , Clarina en Nikki, de meiden van het Tin Can Town project. Via Facebook hadden wij daar al het nodige over gelezen en gezien.

 


Uit het zicht
Na het nodige heen en weer mailen in Facebook komt het tot een afspraak om koffie of Rooibosthee te drinken met Nikki. Locatie: een plaatselijke biologische markt. Na een geanimeerd gesprek worden we uitgenodigd om de volgende dag mee te gaan naar 'Blikkiesdorp'. Blikkiesdorp (Tin Can Town) is één van de allerarmste townships van Cape Town. Het is ontstaan ten tijde van de Worldcup 2010 in Zuid Afrika. Alle dak- en thuislozen werden verplaatst naar een afgelegen plek nabij het vliegveld. Uit het zicht van de camera's en Worldcup bezoekers uit alle windstreken. Blikkiesdorp was een feit.

Schrijnend
De bewoners van Blikkiesdorp (blank, zwart en kleurling) kampen met enorme armoede, werkloosheid, ongeletterdheid en gebrek aan educatie. Daarnaast is er nog een ander schrijnend probleem; Blikkiesdorp heeft een aanzienlijke groep inwoners die honger hebben en verstoken zijn van medische hulp, de huisdieren. Samen met de andere drie meiden bezoekt Nikki het township om de week. “Gewapend” met een jeep vol honden- en kattenvoer en diermedicatie. Wij vliegen de volgende dag terug naar Nederland, maar willen dolgraag een bijdrage leveren aan dit in onze ogen prachtige project.
Volgestouwd
De volgende ochtend worden we om 8 uur voor ons Backpackers Youth Hostel opgewacht. Ons gehuurde witte koekblik vervoert ons, al onze bagage en een teamlid. De jeep die voor ons uitrijdt heeft drie mensen aan boord en is volgestouwd met zakken honden- en kattenbrokken en dozen medicijnen. Op het dak ligt een grote volle waterzak. We zijn laat zo blijkt wanneer we Blikkiesdorp binnenrijden. Een kluitje mens en dier staat trappelend op ons te wachten.

Volwaardig
We hebben totaal geen voorstelling van wat we eigenlijk gaan doen, behalve dan dat we dierenvoer gaan uitdelen. Maar het projectteam windt er geen doekjes om. Er zijn drie stations. We zijn volwaardig teamlid en worden dus ook direct als zodanig ingezet. Gewoon doen dus. Opdracht één: stations inrichten, zorgen dat iedereen in een rij gaat staan én... Zorgen dat er niets gejat wordt. Zonder dierenkaart geen voer. En zonder stempel op de dierenkaart van het medische station eveneens geen voer. De regels zijn simpel en wanneer er niet geluisterd wordt schreeuwt iemand van het team in het Zuid Afrikaans of Engels wat wél de bedoeling is.
De leegte staart ons aan
We zien honden die gebruikt worden in hondengevechten. We halen mensen over hun dier te laten steriliseren. Kijken in oren van pups. Bepalen het geslacht. Vullen kaarten in met gegevens. Zijn getuige van honden die geslagen worden of aan hun oren worden getrokken. Direct grijpt het team in. We spreken moeders, dochters en oma's. Vaders en opgeschoten jongeren. Zwarten, blanken en kleurlingen. We houden pups vast om te kijken of ze schurft hebben en geven de allerkleinsten ontwormingskuren. We krijgen pups aangeboden, die we niet mee kunnen nemen. We delen voedsel uit voor katten en honden. We kijken in de ogen van kinderen die geboren zijn onder het juk van mama's alcoholprobleem. We zien niets in die ogen. De leegte staart ons aan. Maar tegelijkertijd zien we zoveel ineens dat het ons letterlijk en figuurlijk de adem beneemt. We laten geen traan. Vermannen ons en werken zij aan zij met vier vrouwen die we pas net kennen. Vier prachtige krachtige dames die zich in Tin Can Town inzetten voor de dieren. We ervaren. Voelen de pijn. Leren in een heel korte tijd hoe de onmacht voelt bij het zoveelste dier dat veel te mager is. We worden snel duidelijker. 'Geen pup? Dan geen kaart! Geen kaart is geen voer. Jij gaat nu die pup halen en je komt hem aan mij laten zien. Begrepen?!? Volgende!'

In stilte
Na twee uur moeten we gaan. We laten Blikkiesdorp achter ons om onze vlucht te halen. We zwaaien naar de meiden, naar de inwoners van het township. We aaien nog één keer die kleine zwarte pitbull die we écht niet mee kunnen nemen en de vaste zwarte bezoeker van station twee die we hebben verlost van plastic. Dan rijden we weg. In stilte.

Wanneer we de luchthaven oplopen is het contrast zo groot dat het geen woorden heeft. Wij dragen deze vier mooie vrienden en al die dieren die we vandaag zagen, voelden en hebben geholpen mee in ons hart.

Wij lopen. En onze tranen ook...